Staunton I | Rating | Oostermoer I | Rating | Ronde 6 | ||
Pelt van, E. (Erwin) | 1962 | Meirink, J. (Johan) | 1751 | ½ – ½ | ||
Graaf van der, J.F. (Jaap) | 1756 | Weites, P. (Peter) | 1418 | 1 – 0 | ||
Serier, J. (Hans) | 1633 | Ringenaldus, N. (Nico) | 1429 | ½ – ½ | ||
Seijen, H.G. (Henk) | 1667 | Groot de, H. (Harry) | 1646 | 0 – 1 | ||
Kamphorst, J.C. (Jan) | 1508 | Dijkstra, A. (Atze) | 1480 | 1 – 0 | ||
Werkman, R. (Rob) | 1386 | Dröge, B.E. (Bob) | 1607 | 0 – 1 | ||
Gemiddelde Rating: | 1652 | Gemiddelde Rating: | 1555 | 3-3 |
Verslag Staunton2 tegen Oostermoer 1. Uitslag 3 – 3
Verslag van Nico op bord 3 met wit tegen Hans Serier.
Mijn partij ging lang gelijk op. Mijn tegenstander verdedigde prima, maar zelf was ik ook niet in gevaar. Op de 20e zet sloeg Hans op g3. Ik had dit over het hoofd gezien en sterker nog, had pas 4 zetten later in de gaten dat ik een pion achter stond. Dat was even een black out en ik wilde ook al bijna opgeven. Gelukkig niet gedaan, want al snel werd duidelijk dat de stelling nog goed houdbaar voor mij was, zodat ik er toch nog een remise uit kon slepen.
Verslag van Peter op bord 2 tegen Jaap v.d. Graaf.
Ik vond in algemeen de 3-3 tegen de koploper Staunton 1 een supergoed resultaat.
Jaap opende Spaans en ging de afruilvariant Lxc6 spelen dan de normale La4. Hij wilde zo snel mogelijk af van mijn loperpaar, met paarden kan hij blijkbaar meer dan met lopers. Het was qua snelheid in zetten in het begin een tempo à la full power op naar het middenspel. In het middenspel was Jaap wat zorgvuldiger met het berekenen aangezien hij een pion voor stond en ik had een dubbelpion op de c-lijn. Dat ging door tot het eindspel waar Jaap het beter voor elkaar had en een pion naar de overkant bracht.
Helaas maar qua niveauverschil geen schande, ik ben al blij met de 3-3.
Verslag van Harry op bord 4 tegen Henk Seijen.
Nou, eindelijk een keer gewonnen. Dat werd tijd. Henk speelde goed, maar zag soms iets over het hoofd. Ook ik heb zwakke zetten gedaan. In laatste 2 zetten had hij eenvoudig remise kunnen bereiken door eeuwig schaak. Ook deed ik een zet met te veel risico, achteraf onnodig. Aanval met veel stukken op de koningstelling kon makkelijk gepareerd worden. Extra info: Henk een had zak met broodjes bij zich en verorberde er drie kadetten. Het heeft niet geholpen.
Verslag van Johan die op zijn verzoek op bord 1 zat tegen Erwin van Pelt.
Mijn partij ging lang vrij gelijk op. Mijn tegenstander speelde erg snel en ik nam er de tijd voor om maar vooral niks te missen. Dat lukte goed. Tussen zet 20 en 25 kwam ik erg goed te staan, maar ook in de analyse kregen we maar niet duidelijk waar de winst te halen was. Stockfish kon me dat wel vertellen. Als ik i.p.v. Dc6 om o.a. Td1 te dreigen, direct Td1 had gespeeld, had ik een stevig voordeel gekregen. Nu werd er afgewikkeld en resteerde een remise-eindspel.
Verslag van Bob op bord 6 tegen Rob Werkman.
Vrij snel na de opening begonnen zowel mijn tegenstander als ik, wat onzorgvuldig te spelen. Daarbij heb ik zelf blijkbaar een schijnoffertje over het hoofd gezien dat me een leuk voordeel had kunnen opleveren. In plaats daarvan probeerde ik in het centrum wat te forceren, wat verre van goed blijkt te zijn geweest. Gelukkig beantwoordde mijn tegenstander dat ook niet goed en deed een verkeerde afruil waarmee ik zomaar een stuk won; in plaats van +3,8 in zijn voordeel, was de beoordeling van de computer twee zetten later ineens rond de -7. Daarna was het nog heel even uitkijken voor een mogelijke matdreiging, maar dat was gauw te pareren door een geforceerde dameruil. Uiteindelijk resteerde een gewonnen eindspel en gaf mijn tegenstander op, na nog wat pogingen te hebben gedaan.
Verslag van Atze op bord 5 tegen Jan Kamphorst.
Na mij opening met d4 speelde Jan d6. Dat gaf mij de gelegenheid e4 te spelen, wat weer gunstig is om beide lopers te activeren. Dit overwicht heb ik gedurende de 1ste helft ook steeds gehad. Op zet 13 speelde ik f4 en dat was niet zo’n beste; te kwetsbaar met 3 pionnen op de 4de rij. Gelukkig stond ik na 3 zetten weer duidelijk beter. Op zet 20 kon met een pion vooruitzetten; tegelijk een paard met de pion aanvallen en een ongedekte toren met de dame. Dit leverde een winstgevende situatie op. Op zet 29 werd mijn dame met een pion aangevallen, maar i.p.v. eerst met mijn paard een pion te pakken en schaak te geven, pakte ik met het paard de pion die de dame aanviel. Ik had wel gekeken naar de schaakzet, maar nog niet duidelijk het vervolg voor ogen. Helaas, want dit was winnend geweest. Dit me gerealiseerd hebbende gaf ik het paard weg en direkt daarna ook mijn toren. Einde oefening. Mijn partij was de laatste en we stonden dus al op 3 punten en ik had er 4-2 van moeten maken. Dan was het een ongekend fenomeen geworden. De onderste wint van de bovenste. Moeilijk te verteren verlies, maar uiteindelijk tevreden met de 3-3.
Dit zegt ook wat van onze echte speelsterkte en blijkt dus dat we onterecht laatste staan.