HSP/Veendam II | Rating | Oostermoer I | Rating | Ronde 5 | ||
Nieuwenweg, R.H. (Rob) | 1527 | Dijkstra, A. (Atze) | 1449 | ½ – ½ | ||
Jongejan, P.J. (Piet) | 1447 | Dröge, B.E. (Bob) | 1647 | 1 – 0 | ||
Spijker, A. (Arend) | 0 | Groot de, H. (Harry) | 1654 | 1 – 0 | ||
Haan, S. (Siebe) | 1412 | Timmeren van, M.S. (Martin) | 1533 | 0 – 1 | ||
Hartman, M. (Martin) | 0 | Ringenaldus, N. (Nico) | 1393 | 1 – 0 | ||
Kemper, N. (Nils) | 1223 | Bosscher, R.B. (Remko) | 1353 | ½ – ½ | ||
Gemiddelde Rating: | 1402 | Gemiddelde Rating: | 1505 | 4-2 |
Verslag van de wedstrijd in de NOSBO 6-tallen: HSP 2-Oostermoer op 8-02-2024.
De verslagen zijn door de spelers zelf aangeleverd en staan op volgorde van wie het eerst klaar was.
Aan bord 5 met wit Nico Ringenaldus.
Ik kwam goed uit de opening en wist zelfs al vrij snel een pion te winnen. Echter toen mijn tegenstander een paard via e2 schaak, naar f4 kon brengen was het voor mij zo goed als gedaan. Er dreigde mat op g2 en andere ellende. Een dodelijke toren op e1. Dus maar opgave.
1 – 0
Op bord 6 Remko.
De partij was vrij saai, veel afruiling en na 30 zetten een gelijke stand en gelijke tijd.
Beiden boden een keer remise, wat ook de uitslag werd. Ik denk wel juiste eindstand.
Wat me wel is bijgebleven, waren de hevige sneeuwbuien op de heenweg, tussen Waterhuizen en Hoogezand op de oude Rijksweg, met veel tegenliggers, die allemaal nog op tijd bij het voetballen wilden zijn in Groningen.
Hopelijk is iedereen op zijn plaats van bestemming gekomen.
1½ – ½
Op bord 4 Martin
In de beginfase besloot mijn tegenstander om een paard te ruilen voor twee pionnen. Deze actie pakte voordelig voor mij uit. Ik kreeg druk via de halfopen lijnen en kon met een paar schaakjes twee pionnen terugwinnen. Ook werd mijn tegenstander gedwongen om zijn koning naar voren te schuiven en werd daardoor een aanvalsobject. Hierdoor kwam de witte stelling steeds verder onder druk. Ten koste van veel materiaal probeerde de HSP-speler mat te voorkomen, maar gaf zich uiteindelijk gewonnen.
1½ – 1½
Bob op bord 2
De partij ging eigenlijk de hele tijd redelijk gelijk op en kwam ook redelijk vast te staan. Mijn tegenstander had na zijn rokade een aantal pionnen voor zijn koning vooruitgeschoven en ik deed lange tijd wat verwoede pogingen om daar gebruik van te maken. Mede doordat alles redelijk vast stond, lukte dat niet echt. Uiteindelijk kwam er ook nog wat tijdnood en een vervelende vrijpion van mijn tegenstander bij kijken. Op dat moment probeerde ik toch weer wat stukken heen en weer te manoeuvreren voor zijn koningsstelling in de hoop een aanval te kunnen starten, maar daarbij zette ik mijn paard op een verkeerde plek neer: door een vorkje met de dame stond zowel mijn paard als toren daarna in, waardoor ik het paard moest opofferen. Ik hoopte dat er misschien toch nog wat trucjes in de stelling te weven waren, maar het gebrek aan tijd maakte het niet makkelijker en mijn tegenstander speelde het goed uit.
2½ – 1½
Atze op bord 1 met wit
Tot mijn verrassing speelde mijn tegenstander na mijn d4, e5. Na een poosje nadenken over waar dat eerder gespeeld is tegen mij, (wedstrijd tegen Stefan) heb ik de pion gewoon geslagen en later eerst maar eens verdedigd met Pf3 en loper f4.
Nadat hij verzaakte de pion af te ruilen, heb ik dat maar gedaan en bezorgde hem een geïsoleerde d-pion. Op zet 21 had ik zijn d-pion te pakken en kon ik, met 2 pionnen meer, een aanval uitoefenen op de koning. Dat pakte niet echt goed uit, maar mijn tegenspeler koos ook niet de beste voortzetting. Zo ontstond er een eindspel met een toren tegen 2 paarden en 2 pionnen voor. Na een poos heen en weer geschuif, kon ik niet echt een doorbraak vinden. Totdat mijn tegenspeler een zet deed en, ogenblikkelijk daarna remise aanbood. Na de stand even bekeken te hebben, zat ik steeds aan dat aanbod te denken. Na een poosje heb ik even overlegd met Bob en Martin, die bij Harry stonden te kijken, hoe het er daar voorstond. Dat bleek niet zo goed; en dus kon ik toch geen gelijkspel meer uithalen voor Oostermoer, zodat ik het remiseaanbod heb geaccepteerd.
Nu wil het volgende. In mijn vorige externe wedstrijd deed ik op het eind een verrassende zet om mijn tegenspeler in verwarring te brengen, dit is nu mij in deze wedstrijd gelijk terugbetaald. Het bleek naderhand dat de laatste zet die hij had gedaan voor mij ogenblikkelijk de winst had opgeleverd. Zo zie je maar meer, nooit te oud om te leren.
3 – 2
Harry tot slot op bord 3.
Het gebeurde eens dat een patiënt werd geopereerd. De operatie was geslaagd, echter de patiënt was overleden. Zo verging het mij ook.
Eerst in een bescheiden plus, later een even bescheiden min, ik weer in iets betere plus.
Maar bij de 30e zet ging het een stuk minder, ik loste het weer aardig op, maar na een fatale over het hoofd zien van een tegenzet verloor ik majesteit door aftrekschaak.
Mogelijk op het kritieke moment te kort geschoten doordat de tijd enigszins begon te dringen en na zet 34 moest ik helaas het onderspit delven.
Dus na lang heel aardig gespeeld te hebben toch nog overleden.
Hierdoor zoefde ik met de club in de ondergang.
Toch kan ik terugzien op een mooie stevige partij; tegen iemand van zo’n 60 jaar jonger dan ik.
Eindstand aldus: 4 – 2, en voor mijn gevoel als teamleider, onnodig.